Expositie Lelijk is geen argument in Smelts Schuur

Post date: Aug 24, 2010 9:31:14 PM

In de maand september is er in de Smelts Schuur - Raab Karcher Archihome de expositie 'Lelijk is geen argument'. De tentoonstelling besteedt aandacht aan monumenten uit de periode van de Wederopbouw (1940-1960). Raab Karcher Archihome en de vereniging Oud Vriezenveen hebben in een nauwe samenwerking deze tentoonstelling naar Vriezenveen weten te halen.

De reizende expositie over de tijd van na de oorlogsjaren is een productie van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten te Zeist. De tentoonstelling is de afgelopen jaren al op meerdere (grote) plaatsen in Nederland tentoongesteld. Op vrijdag 29 augustus wordt de tentoonstelling geopend door burgemeester drs. H. Koetje van de gemeente Twenterand.

De tentoonstelling zal daarna gedurende de gehele maand september te bekijken zijn in het Raab Karcher Archihome. Voor publiek is de tentoonstelling geopend op alle donderdagen in september van 18.00 tot 21.00 uur en op alle zaterdagen in september van 10.00 - 13.00 uur. Daarnaast is het voor groepen mogelijk om op afspraak te expositieruimte te bezoeken. Men kan daarvoor een afspraak maken door een telefoontje naar Dick Ballast van het Historisch Museum Vriezenveen, telefoon 0546 - 563476.

'Lelijk is geen argument. Toonbeelden van de wederopbouw in Nederland 1940-1965' is een reizende tentoonstelling over de architectuur van de wederopbouw. Aan de hand van tien thema's en vele illustraties laat het een bijzonder tijdbeeld zien uit de jaren vijftig en zestig. De tentoonstelling is een feest van herkenning en tegelijkertijd een ontdekkingstocht vol verrassingen.

Na de Tweede Wereldoorlog lag Nederland in puin. Steden als Rotterdam, Rhenen, Arnhem, Nijmegen en Groningen waren grotendeels verwoest. Alleen al 100.000 woningen werden vernietigd. Met grote inzet werd het land weer opgebouwd. De Amerikaanse Marshallhulp werd daarbij dankbaar aanvaard om de industrie, infrastructuur, economie en voedselproductie te herstellen.

De wederopbouwperiode was een tijd van productie en samenwerking, en van optimisme en vrijheid. Dat is aan de bebouwing en de toegepaste kunst af te lezen. De toenemende mobiliteit en vrije tijd leidden tot unieke projecten. Daarnaast werden nieuwe bouwsystemen en gestandaardiseerde woningtypen toegepast, zoals de galerijflat, duplexwoning en keuzeplanwoning, om de hoge woningnood te bestrijden.

Het maatschappelijke leven was tot ver in de jaren zestig verkaveld naar geloof en politieke opvatting. Elke zuil wenste een eigen school, bejaardentehuis of kerk, ontworpen door een architect uit eigen kring. Modernisten en traditionalisten stonden soms scherp tegenover elkaar, maar zij stelden zich allen ten dienste van de gemeenschap om het bevrijde Nederland te laten herrijzen.

Een halve eeuw later is de architectuur en stedenbouw van de wederopbouw kwetsbaar geworden. Vooral de soberheid van toen zorgt nu voor een lage waardering van betreffende woonwijken. Gebrek aan onderhoud en maatschappelijke problemen dragen bij aan een negatief imago. De stedelijke vernieuwing lokt en sloop loert. Ook verdwijnen in de binnensteden meer en meer naoorlogse gebouwen.

Het is dan ook de hoogste tijd het erfgoed van de wederopbouw op z'n cultuurhistorische waarde te schatten. En 'lelijk' is daarbij geen argument. Integendeel, de architectuur is vaak verfijnder en veelkleuriger dan meestal wordt gedacht. Bij wijze van kennismaking heeft de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM), waarin de vroegere Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) is geïntegreerd, de tentoonstelling samengesteld met oorspronkelijke en actuele beelden van de wederopbouwarchitectuur. Basis is de gezamenlijke publicatie van de RDMZ en het Nederlands Architectuurinstituut Toonbeelden van de Wederopbouw (2002). Zo wordt de bezoeker rondgeleid door het veelzijdige cultuurlandschap van de wederopbouw in Nederland.

De RACM in Zeist is het centrale kennisinstituut binnen de monumentenzorg in Nederland. Na het tijdperk van de 'jonge monumenten' (1850-1940) komt de periode van de wederopbouw voor bescherming in aanmerking. Aan de hand van deze kennis en de expositie is door minister Plasterk (OCW) onlangs een selectie van honderd Wederopbouwmonumenten aangewezen als rijksmonument.

De Smelts Schuur bevindt zich naast het terrein van Raab Karcher Eshuis Bouwmaterialen op het Oosteinde 36, welke in de schuur een architectenruimte heeft ondergebracht. De schuur werd gebouwd door Frits Smelt, welke behoorde tot de zogenaamde Rusluie, die handel dreven op St. Petersburg. Smelt was één van de firmanten van de firma F. Smelt & Co., gevestigd aan de Gostinni Dwor 129 en 143 te St. Petersburg. In het Historisch Museum Vriezenveen wordt de geschiedenis van de Rusluie uitvoerig in beeld gebracht en kunt u nader kennis maken met deze boeiende episode uit de Vriezenveen geschiedenis. Het oude koetshuis uit 1843 werd enkele jaren geleden weer in oude luister hersteld en wordt maar zelden opengesteld voor het publiek. Dit jaar is de Smelts Schuur weer geopend tijdens Open Monumentendag op zaterdag 13 september 2008.

Voor meer informatie:

Vereniging Oud Vriezenveen/Historisch Museum Vriezenveen, Westeinde 54, 7671 CD Vriezenveen, tel. 0546-563476. Bericht van de Vereniging Oud Vriezenveen van 24 augustus 2008.