Vriezenveen

De geschiedenis van Vriezenveen begint in de 14e eeuw. De streek ten noorden van Almelo heette toen nog het Almelervene, een woeste en moeilijk begaanbare omgeving. De eerste kolonisten kwamen in 1323 uit Holland, waarna de Friezen na 1350 zich in grote getale bij hen vestigden. Bij de privilegebrief van 1364 geeft de Heer van Almelo de ‘vrijen Vresen’ onder voorwaarden van pacht het recht om het veen-gebied tussen de ‘Wederder wueste ende Bavesbeke’ te ontginnen. Na enkele verplaatsingen ontstond het dorp Vriezenveen op een zandrug, waar het nu ligt. Vriezenveen vertoont merkwaardige verschillen met de overige Twentse dorpen, wat betreft de taal, de 6 km. lange dorpsstraat, met schuin en trapsgewijs op de weg staande huizen, en het karakter van de gelovige bevolking. De primitieve nederzetting van kolonisten is in ruim zes eeuwen uitgegroeid tot een moderne, veelzijdige gemeente. In het museum krijgt u een aantrekkelijk overzicht van de volledige geschiedenis.