Tien dagen lang lopen om in Vriezenveen te komen

De Twentsche Courant Tubantia - Kitty van Deutekom was achttien jaar oud toen zij in januari 1945 naar het Oosten van het land kwam. ‘Tien dagen lopen, want er was geen eten meer in Rotterdam.’ Zij kwam terecht in Bruchterveld, maar later werd zij ondergebracht bij Gerrit Folbert aan de Almeloseweg in Vriezenveen. ‘Gait’, zegt zij nog steeds dankbaar. Want ondanks de oorlog heeft zij er een geweldig opvangadres aan gehad. In de aula van Het Noordik werd gistermiddag het eerste exemplaar van het boek Bleekneusjes aan gedeputeerde G. Ranter uitgereikt. Daarin staan onder meer verhalen van toen nog jonge Rotterdammers die in Vriezenveen terecht zijn gekomen om weer aan te sterken in de oorlog. De samenstellers van het boek - Hans Kobes, José Bosch-Höfte en Guus Tijhof van het blad Waver ’t Vjenne - hebben de verhalen gebundeld. De vereniging Oud Vriezenveen heeft het boek met ondersteuning van War Child kunnen uitgeven. In het boek staan zestien verhalen uit Vriezenveen in de Tweede Wereldoorlog, afgewisseld met teksten van War Child waarin wordt aangetoond dat een oorlog een onuitwisbare indruk op kinderen maakt. ‘Ik ben in de oorlog vanuit Vriezenveen ook nog een keer teruggegaan naar Rotterdam om de mensen daar eten te brengen’, vertelt Kitty. Artikel uit De Twentsche Courant Tubantia van 22-04-2006.