Boek over ‘bijkomen in Vriezenveen’

Post date: Aug 24, 2010 6:52:49 PM

De Twentsche Courant Tubantia - Ieder kind heeft een eigen verhaal. Dat is de ondertiteling van het boek ‘Bleekneusjes oorlogskinderen’, dat uitgegeven wordt door de vereniging Oud Vriezenveen. In het mooi uitgevoerde boekwerkje staan verhalen, opgetekend door zestien Rotterdamse ‘bleekneusjes.’

Zij kwamen in hun jeugd in oorlogstijd naar Vriezenveen om gevoed te worden. Boeiende verhalen over de oorlogswinter, met soms een dramatisch tintje. Het gaat bijvoorbeeld over kinderen die maanden, soms jarenlang uit hun vertrouwde, en door oorlogsgeweld geteisterde wereldje werden gerukt. Zij kwamen naar Vriezenveen om op verhaal te komen.

Hun terugkeer daarna in een vrij Rotterdam was voor de bleekneusjes een kwestie van wennen. Jeannie Kortland- Moerman bijvoorbeeld had er als kind grote moeite mee dat ze terug moest naar het ouderlijk huis. Zij beschrijft hoe haar Vriezenveense pleegvader haar naar de vrachtwagen bracht die haar naar Rotterdam zou brengen. Haar verzet was hevig, maar de pleegvader - eveneens wanhopig vertelde Jeannie - dat haar vader haar weer terug wilde hebben. ‘Ik huilde en riep: maar u bent toch mijn va!’ Schrijnende verhalen. Maar er staan ook vrolijke verhalen in. Avonturen die ver van de oorlog stonden. Avonturen in een mooi plaatsje in Twente, waar het woord honger niet voorkwam.

De samenstellers van het boek zijn José Bosch-Höfte, Guus Tijhof en Hans J. Kobes. José - redactielid van het blad ‘Waver ’t Vjenne’ - is in feite de initiatiefnemer van dit boek. Zij wilde een paar jaar geleden een artikel maken over de bleekneusjes. Ze kreeg contact hierover met Hans Vonk uit Rotterdam, die zijn verhaal graag op papier wilde zetten, evenals zijn zus Tilly, die ook in Vriezenveen was geweest tijdens de oorlog. Als een soort van kettingreactie, waarbij Hans Vonk Radio Rijnmond inschakelde voor een oproep voor lotgenoten, is er in betrekkelijk korte tijd een reünie georganiseerd in mei 2004, waarop veel respons kwam. Het enthousiasme van deze ‘tijdelijke’ Vriezenveners was zo groot, dat José Bosch niet lang hoefde aan te dringen om de verhalen op papier te krijgen, waardoor dit boekje samengesteld kon worden.

Ook opgenomen is een verhaal van radiopresentatrice Letty Kosterman, waarvan een stuk uit haar boek over haar jeugd, genaamd ‘Ver van huis’, gepubliceerd mocht worden. Letty heeft eveneens tijdens de oorlogsjaren een lange periode in Vriezenveen gewoond.

De verhalen in het boek worden afgewisseld met verhalen van oorlogskinderen in deze tijd. ‘Dit boek is tot stand gekomen met medewerking van Warchild’, vertelt Guus Tijhof. ‘We wilden een link leggen tussen de oorlogskinderen toen en nu. Het heden en het verleden. In totaal staan daarover zes verhalen gepubliceerd.’

Netwerken

De lay-out van het boek is mooi: prettig leesbaar en gelardeerd met foto’s uit de oorlogstijd in Vriezenveen. Vele bekende gezichten zijn hierop te zien, met natuurlijk ook de portretten van de kinderen waarom het gaat. Tijhof was verantwoordelijk voor deze fotoserie en daar moest hij heel wat voor ‘netwerken’ om de foto’s te krijgen. ‘Soms belde ik zomaar iemand op om te vragen of hij of zij familie was van die of die. En dat ik graag foto’s wilde hebben. Het lukte altijd. Ik ken heel veel mensen in Vriezenveen en dat is toch wel een voordeel.’

José Bosch is blij dat het project er op zit. ‘We hebben heel wat speurwerk moeten verrichten. En ik heb een hoop typewerk gehad.’ Ze laat een dagboek zien, dat blad voor blad volgeschreven is. ‘Moest allemaal overgetypt worden. We zijn er echt een dik jaar druk mee geweest, alledrie. Maar we zijn dan ook heel tevreden over het resultaat.

We wilden het ook leesbaar maken voor de jeugd, want die hoort de verhalen nauwelijks meer. En dat is natuurlijk heel erg jammer. Het ligt nu vast. Goed leesbare, positieve verhalen. Het gaat over ’t huusie, de avondklok, spanning en sensatie. Een mooi naslagwerk.’

Vandaag komen de ‘Bleekneusjes’ samen in de aula van Het Noordik in Vriezenveen. Het eerste boek wordt overhandigd aan Gert Ranter, gedeputeerde van de provincie Overijssel.

Artikel uit De Twentsche Courant Tubantia van 21-04-2006.